Column ongezouten

Latifa Abidi, Assistant Professor Gezondheidsbevordering 

Column ongezouten

Laten we luisteren naar wie niet wordt gehoord

Ik wil een stem geven aan mensen die zich niet gehoord, gezien of gerepresenteerd voelen in wetenschappelijk onderzoek. Om zo een betekenisvolle verandering voor deze mensen te bewerkstelligen. Deze missie is gebaseerd op mijn streven naar rechtvaardigheid en mijn eigen ervaringen met ongelijke kansen.

Verschillen verkleinen

Ik ben opgegroeid in een gezin met financiële problemen. Ik weet hoe het is om, bijvoorbeeld op school, je niet altijd gehoord of gezien te voelen. Thuis kreeg ik niet dezelfde bagage – ook wel ‘sociaal kapitaal’ – mee als school- en studiegenoten. Het schooladvies was niet passend, ik had allerlei bijbaantjes en er was weinig tijd voor ontspanning. Toch ben ik gaan studeren en gepromoveerd aan Maastricht University. Daar doe ik nu diverse onderzoeken naar hoe we mensen kunnen betrekken in wetenschappelijk onderzoek en hoe we sociaaleconomische gezondheidsverschillen kunnen verkleinen. In die onderzoeken geven we mensen met een lagere sociaaleconomische positie een stem. Dit doen we bijvoorbeeld via onze burgeradviesgroepen met mensen die van weinig geld moeten rondkomen en met mensen die moeite hebben met het begrijpen van gezondheidsinformatie. Zij adviseren onderzoekers.

Uit je bubbel

Ik ben geen levend bewijs dat je er met hard werken wel komt. Succes is een combinatie van geluk, kansen, connecties en eigen inzet. Die eerste 3 factoren zijn veel belangrijker dan hoe hard je werkt. Zonder geluk, kansen en connecties is het bijna onmogelijk om een (wetenschappelijke) carrière te bouwen. Ik heb moeite met de – met een moeilijk woord: meritocratische – gedachte dat een hoge sociaaleconomische positie enkel een eigen verdienste is; een optelsom van hard werken en intellect. Dit ontkent de onrechtvaardigheid van de huidige ongelijke kansen in de samenleving en de (gezondheids-)verschillen die daaruit voortvloeien. Het meritocratisch denken zie je ook terug in de academische wereld die, ondanks een tegenbeweging, nog altijd competitief is en gericht is op individuele prestaties. Hierdoor hebben onderzoekers hoge werklasten en weinig tijd. Daardoor is het voor hen lastiger om zich te richten op het creëren van verbinding met mensen buiten de wetenschap die een lagere sociaaleconomische positie hebben. Om deze reden (en ook andere) spreken onderzoekers nu nog te vaak vooral met mensen die hoger opgeleid zijn en de weg naar de wetenschap weten te vinden. Mensen met minder geld worden vaak gezien als ‘moeilijk te bereiken’. Onderzoeksresultaten en daarop gebaseerde maatregelen gaan daardoor vaak voorbij aan wat deze groep nodig heeft. Wetenschappers die in hun eigen bubbel blijven, houden zo onbedoeld sociaaleconomische gezondheidsverschillen in stand, of vergroten ze zelfs. Zij komen met oplossingen die niet werken voor mensen die niet zijn gehoord in hun onderzoek. 

Herstel van vertrouwen

Het bereiken van mensen met een lagere sociaaleconomische positie is niet moeilijk. Het vraagt wel wat geduld, tijd en de bereidheid om uit je hoogopgeleide comfortzone te stappen. Soms moet je naar plaatsen waar je normaal niet zo snel komt, zoals een buurthuis, moskee of voedselbank. Je moet de tijd nemen om echt te luisteren naar de mensen met wie je spreekt. Het helpt als je een beetje flexibel bent. Zo geef ik af en toe een lift aan leden van onze burgeradviesgroep. Zij zijn namelijk niet altijd in staat om zelfstandig naar een bijeenkomst te komen. De extra tijd die het kost om ook hen mee te laten doen kan een drempel zijn. Toch is het de extra inspanning dubbel en dwars waard. Je krijgt er namelijk veel positieve impact voor terug. Laten we de leefwerelden van mensen in diverse sociaaleconomische posities veel vaker bij elkaar brengen. Zo kunnen we het verschil maken voor mensen die dat nodig hebben. En eraan bijdragen dat zij weer vertrouwen krijgen in instituten zoals de wetenschap.  ←

Latifa Abidi ¦ assistant professor Maastricht University

 

Laten we luisteren naar wie niet wordt gehoord

Ik wil een stem geven aan mensen die zich niet gehoord, gezien of gerepresenteerd voelen in wetenschappelijk onderzoek. Om zo een betekenisvolle verandering voor deze mensen te bewerkstelligen. Deze missie is gebaseerd op mijn streven naar rechtvaardigheid en mijn eigen ervaringen met ongelijke kansen. 

Verschillen verkleinen

Ik ben opgegroeid in een gezin met financiële problemen. Ik weet hoe het is om, bijvoorbeeld op school, je niet altijd gehoord of gezien te voelen. Thuis kreeg ik niet dezelfde bagage – ook wel ‘sociaal kapitaal’ – mee als school- en studiegenoten. Het schooladvies was niet passend, ik had allerlei bijbaantjes en er was weinig tijd voor ontspanning. Toch ben ik gaan studeren en gepromoveerd aan Maastricht University. Daar doe ik nu diverse onderzoeken naar hoe we mensen kunnen betrekken in wetenschappelijk onderzoek en hoe we sociaaleconomische gezondheidsverschillen kunnen verkleinen. In die onderzoeken geven we mensen met een lagere sociaaleconomische positie een stem. Dit doen we bijvoorbeeld via onze burgeradviesgroepen met mensen die van weinig geld moeten rondkomen en met mensen die moeite hebben met het begrijpen van gezondheidsinformatie. Zij adviseren onderzoekers.

Uit je bubbel

Ik ben geen levend bewijs dat je er met hard werken wel komt. Succes is een combinatie van geluk, kansen, connecties en eigen inzet. Die eerste 3 factoren zijn veel belangrijker dan hoe hard je werkt. Zonder geluk, kansen en connecties is het bijna onmogelijk om een (wetenschappelijke) carrière te bouwen. Ik heb moeite met de – met een moeilijk woord: meritocratische – gedachte dat een hoge sociaaleconomische positie enkel een eigen verdienste is; een optelsom van hard werken en intellect. Dit ontkent de onrechtvaardigheid van de huidige ongelijke kansen in de samenleving en de (gezondheids-)verschillen die daaruit voortvloeien. Het meritocratisch denken zie je ook terug in de academische wereld die, ondanks een tegenbeweging, nog altijd competitief is en gericht is op individuele prestaties. Hierdoor hebben onderzoekers hoge werklasten en weinig tijd. Daardoor is het voor hen lastiger om zich te richten op het creëren van verbinding met mensen buiten de wetenschap die een lagere sociaaleconomische positie hebben. Om deze reden (en ook andere) spreken onderzoekers nu nog te vaak vooral met mensen die hoger opgeleid zijn en de weg naar de wetenschap weten te vinden. Mensen met minder geld worden vaak gezien als ‘moeilijk te bereiken’. Onderzoeksresultaten en daarop gebaseerde maatregelen gaan daardoor vaak voorbij aan wat deze groep nodig heeft. Wetenschappers die in hun eigen bubbel blijven, houden zo onbedoeld sociaaleconomische gezondheidsverschillen in stand, of vergroten ze zelfs. Zij komen met oplossingen die niet werken voor mensen die niet zijn gehoord in hun onderzoek.

Herstel van vertrouwen

Het bereiken van mensen met een lagere sociaaleconomische positie is niet moeilijk. Het vraagt wel wat geduld, tijd en de bereidheid om uit je hoogopgeleide comfortzone te stappen. Soms moet je naar plaatsen waar je normaal niet zo snel komt, zoals een buurthuis, moskee of voedselbank. Je moet de tijd nemen om echt te luisteren naar de mensen met wie je spreekt. Het helpt als je een beetje flexibel bent. Zo geef ik af en toe een lift aan leden van onze burgeradviesgroep. Zij zijn namelijk niet altijd in staat om zelfstandig naar een bijeenkomst te komen. De extra tijd die het kost om ook hen mee te laten doen kan een drempel zijn. Toch is het de extra inspanning dubbel en dwars waard. Je krijgt er namelijk veel positieve impact voor terug. Laten we de leefwerelden van mensen in diverse sociaaleconomische posities veel vaker bij elkaar brengen. Zo kunnen we het verschil maken voor mensen die dat nodig hebben. En eraan bijdragen dat zij weer vertrouwen krijgen in instituten zoals de wetenschap.  ←

Latifa Abidi ¦ assistant professor Maastricht University
Arrow-prev Arrow-next