De eHealth paradox

De eHealth paradox

Waarom digitalisering gezondheidsverschillen (nog) niet verkleint

Leefstijlapps, patiëntportalen, thuismonitoring, e-preventie, e-dit en e-dat. Bijna dagelijks komen er eHealth-toepassingen bij. Handig en makkelijk. Ze maken de zorg laagdrempelig en toegankelijk. Waardoor ook gezondheidsverschillen kunnen verdwijnen. Professor Christine Dedding en associate professor Ida Korfage denken daar na jarenlang onderzoek anders over.

Tekst: Ger Dreijer ¦ Fotografie: iStock

‘Was het maar waar’, reageert Christine Dedding op de stelling dat eHealth de zorg laagdrempeliger en toegankelijker maakt. ‘Digitalisering wordt ingezet voor efficiency. De keerzijde is dat 2,5 tot 4 miljoen Nederlanders er geen gebruik van kunnen maken, door ziekte, een beperking, armoede of beperkte leer- en leesvaardigheden. Mensen die zorg en ondersteuning het hardst nodig hebben, worden zo uitgesloten. Dan nemen gezondheidsverschillen alleen maar toe en de uiteindelijke kosten ook.’

Pijlen omdraaien

Dedding is hoogleraar participatie en diversiteit bij het AUMC. Al meer dan 10 jaar doet zij samen met collega’s onderzoek naar digitalisering in de zorg. Ze maakt zich grote zorgen: ‘We zien dat mensen voor wie de online wereld te ingewikkeld is gemaakt steeds meer buiten de boot vallen. Dat kan anders, als we de pijlen omdraaien. Daarmee bedoel ik: slimmer digitaliseren door de technologie in te zetten voor inclusie in plaats van exclusie, zoals nu onbedoeld gebeurt. Technologie biedt daarvoor vele kansen. Maar dan moeten we het eHealth-systeem wel radicaal veranderen.’

Het begint bij bewustwording

‘Slimmer digitaliseren’ is de nieuwe titel van het ZonMw-onderzoek dat Dedding met vele samenwerkingspartners uitvoert om die verandering in het eHealth-systeem te bewerkstelligen. Naast de gebruikelijke wetenschappelijke artikelen en presentaties, brengt dit onderzoek daarom prikkelende, soms provocerende (communicatie)producten voort. Dat blijkt nodig om eerst bewustwording te creëren. Zo rekent een letterlijke ‘fabeltjes-krant’ af met hardnekkige vooroordelen over de gebruikers van eHealth. Dedding: ‘We beschrijven 11 fabels over digitale inclusie. Bijvoorbeeld dat de niet-digitale generatie vanzelf uitsterft, dat mensen maar hulp moeten vragen of een cursus moeten volgen. De Fabeltjes-krant trok veel aandacht, tot in de Tweede Kamer. Daarom brachten we net een opvolger uit: de Slimme toekomstkrant. Daarin doen we alsof het 2038 is en kijken we terug hoe we de digitale ongelijkheid wegwerkten.’ Op een speelse, aantrekkelijke manier komen in de uitgave de kansen en oplossingsrichtingen voor (digitale) inclusie naar voren.

Christine Dedding:

Het allerbelangrijkste is dat we blijven investeren in analoge routes naar de zorg.

Hoe kan het wel?

‘Het allerbelangrijkste is dat we blijven investeren in analoge routes naar de zorg. Je kunt gezondheidsverschillen alleen verkleinen als je die routes openhoudt. Er zullen altijd mensen blijven die, om wat voor reden ook, geen gebruik kunnen maken van je digitale toepassing. Ten tweede: focus minder op het digitaliseren aan de voordeur. Er valt nog zoveel winst te behalen aan de achterkant, het digitaliseren en op elkaar aansluiten van interne informatiestromen. En ten derde: digitaliseer niet voor mensen die je niet kent. Alleen in cocreatie met de mensen om wie het gaat, wordt je toepassing een succes. Makers zitten in hun bubbel, hebben geen idee waar diverse gebruikers tegenaan lopen.’ 

Om dat duidelijk te maken, ontwikkelde het onderzoeksteam een Escapekoffer Digitale Inclusie, samen met Pharos, expertisecentrum voor gezondheidsverschillen. De koffer laat beleidsmakers en ontwikkelaars ondervinden waar mensen met minder digitale vaardigheden tegenaan lopen. Hopelijk draagt dat bij om kansenongelijkheid te verkleinen.

NASSS framework 

Wat de complexiteit van eHealth ook kan verminderen, is het NASSS framework. NASSS staat voor Nonadoption, Abandonment, Scale-Up, Spread and Sustainability. Het van oorsprong Engelse raamwerk brengt de complexiteit van eHealth systematisch in kaart en helpt om die te verkleinen. De onderzoeksgroep van Ida Korfage, universitair hoofddocent maatschappelijke gezondheidszorg aan het Erasmus MC, vertaalde het raamwerk en maakte het geschikt voor de Nederlandse situatie.

Volgens Korfage heeft eHealth de potentie om de zorg laagdrempeliger te maken. “Het is 24/7 beschikbaar, je hoeft er niet voor te reizen. Maar zoals het nu is, gaat het natuurlijk lang niet altijd goed. Veel toepassingen ontstijgen de pilotfase niet, het is vaak te complex. Met het framework kun je je toepassing op 7 domeinen scoren om de kans op duurzaamheid te vergroten.

”Het raamwerk is getoetst aan een keuzehulp voor keuzehulp voor pro-actieve zorgplanning op Thuisarts. Daaruit zijn lessen te trekken, volgens Korfage: ‘Maak je een toepassing voor iedereen, dan is die uiteindelijk voor niemand. Heb je geen duidelijke doelgroep, maak je toepassing dan inclusiever door meer doelgroepen af te beelden, zodat mensen zich erin herkennen. NASSS maakte ons ook duidelijk dat we bijvoorbeeld artsen beter hadden kunnen betrekken, voor meer draagvlak in de promotie bij patiënten. En inderdaad toont NASSS ook hier aan dat minder digitaal vaardige mensen wellicht hulp nodig hebben bij het gebruik.’ NASSS is beschikbaar via het National eHealth Living Lab (NeLL) van het LUMC.

Inclusie bepalend

Het framework helpt beleidsmakers en ontwikkelaars aspecten die het succes van eHealth in de weg staan in kaart te brengen en aan te pakken. Inclusie is een hele belangrijke, zo weten we ook van Dedding. Daarover heeft zij tenslotte nog een boodschap aan ZonMw: ‘Wees strenger op de inclusiecriteria. Toets alle aanvragen op het (potentieel) verkleinen of vergroten van gezondheidsverschillen.’ 

Samen met patiënten de digitale zorg herontwerpen, zodat íedereen mee kan doen

Digitalisering biedt kansen om de zorg efficiënter en toegankelijker te maken. Toch wordt het maximale potentieel van digitale innovaties vaak niet bereikt: veel mensen kunnen ze niet gebruiken. Zo’n 17% van de Nederlanders heeft beperkte digitale vaardigheden. Bovendien lopen mensen met een grotere zorgvraag vaker vast in digitale zorgtoepassingen. Wat leidt tot  meer gezondheidsverschillen. Het programma Digitaal mee in de zorg van het Citrienfonds 3 helpt mensen om volwaardige gebruikers van digitale zorg te worden. 

Het Citrienfonds brengt zorgprofessionals samen om samen slimme, groene en inclusieve oplossingen te bedenken en uit te voeren. Binnen het programma Digitaal mee in de zorg werken alle 7 universitair medisch centra (umc’s) in Nederland samen aan het herontwerpen van bestaande digitale zorgtoepassingen, met als ultieme doel de verkleining van gezondheidsachterstanden. Dat gebeurt in co-creatie met burgers, patiënten, zorgprofessionals en ontwerpers. 

Specifiek richt het programma zich op mensen met een lagere sociaaleconomische positie, mensen met een migratieachtergrond, mensen met een licht verstandelijke beperking of niet-aangeboren hersenletsel en mensen van 75 jaar of ouder. Tijdens het herontwerp en de implementatie van de toepassingen wordt onderzocht welke herontwerpstrategieën de grootste positieve impact hebben op gezondheidsuitkomsten. Het Citrienfonds deelt deze lessen breed, zodat in de toekomst zoveel mogelijk mensen digitaal mee kunnen doen in de zorg. 

 

Arrow-prev Arrow-next