Voor huisarts en hoogleraar Marco Blanker is samenwerking geen bijvangst, maar het fundament van zijn werk. ‘10 Jaar geleden werkten afdelingen huisartsgeneeskunde vaak langs elkaar heen. Je moest vooral als afdeling of onderzoeker scoren. Maar dat is geen houdbaar model in een klein land met zoveel expertise. Het GRIP3-project is mede voortgekomen uit mijn drang om dat te veranderen.’ Tijdens de Huisartsendagen in Den Bosch nam Blanker een ZonMw Parel in ontvangst voor het project dat leidde tot de ontwikkeling van een infrastructuur die wetenschappelijk onderzoek in de huisartsenpraktijk eenvoudiger en effectiever maakt.
‘Het is vooral een prijs voor samenwerking’, benadrukt Blanker. ‘Ik kreeg de Parel samen met huisarts en hoogleraar Jochen Cals uitgereikt namens het Consortium Onderzoek Huisartsgeneeskunde, waaraan alle 7 universitaire afdelingen Huisartsgeneeskunde en het NIVEL deelnemen. Zonder ZonMw, en zonder elkaar, was dit niet gelukt.’
Het project, dat mede voortkwam uit de dynamiek rond COVID-19, richtte zich op een oud en hardnekkig probleem: het moeizaam werven van patiënten voor onderzoek in de eerstelijnszorg. ‘In ziekenhuizen gaat dat vaak makkelijker. Zelfs veelvoorkomende aandoeningen zoals hoofdpijn of blaasontstekingen komen, bekeken vanuit het onderzoeksperspectief waarin patiënten met een specifieke klacht moeten worden geworven, relatief weinig voor in de huisartsenpraktijk. Dan heb je heel veel praktijken nodig die patiënten precies op het juiste moment signaleren en moeten uitnodigen. Daardoor duren studies vaak eindeloos lang, of mislukken zelfs.’
Om dat te doorbreken, ontwikkelden Blanker en zijn collega’s een landelijke infrastructuur waarmee huisartsen eenvoudiger patiënten kunnen aanmelden. Een concrete verbetering is de integratie van onderzoeksmodules in bestaande systemen zoals ZorgDomein. ‘Dat platform gebruikten huisartsen toch al om te verwijzen naar bijvoorbeeld het ziekenhuis of de fysiotherapeut. Nu kunnen ze hiermee met een paar klikken ook patiënten voor onderzoek aanmelden.’
De infrastructuur moet zichzelf dit jaar bewijzen in een herhaling van een oudere studie naar blaasontstekingen. Die studie werd al 2 keer eerder gedaan, maar liep telkens fors uit. Nu is het doel om de dataverzameling in slechts een paar maanden af te ronden, met hulp van 35 geselecteerde huisartsenpraktijken. ‘In september willen we alle data hebben. Dat zou een enorme versnelling betekenen.’
De ZonMw Parel ziet hij dan ook als een katalysator. ‘Het feit dat ZonMw breed heeft bericht over deze prijs – op social media, op de website – dat maakt indruk. ‘Aandacht geeft kracht’, zeg ik altijd. Ook binnen de umc’s wordt nu gezien hoe waardevol eerstelijns onderzoek is. Dat kan op de lange termijn echt een sneeuwbaleffect geven.’
Hij hoopt dat de Parel ook helpt bij toekomstige financiering. ‘We willen via de bestaande ZonMw-kanalen grote en relevante studies opzetten. Nu hebben we het netwerk, de structuur en het bewijs dat we het kunnen.’ Met een lach besluit hij: ‘Uiteindelijk doen we dit voor de patiënt. Om de zorg beter te onderbouwen. En als we meer moeten doen met minder mensen, dan hebben we goed onderzoek harder nodig dan ooit.’ ←