Thema artikel

Thema artikel

 

6 vragen over

werken aan een gezonde leefomgeving

Onze gezondheid hangt af van de omgeving waarin we leven. Hoe kunnen we die gezonder maken, wat kan de overheid doen en welke kennis is nodig? Dat vroegen we aan Rianne Weggemans en Frank Pierik, programmamanagers gezonde leefomgeving bij ZonMw. Ook spraken we met Moniek Zuurbier van GGD Gelderland-Midden. Zij is één van de coördinatoren van de Academische Werkplaats Gezonde Leefomgeving, waarin GGD’en en kennisinstellingen samenwerken.

Tekst: Pieter van Megchelen ¦ Beeld: Curve Mags & More

1

Wat verstaan we onder een gezonde leefomgeving?

Moniek Zuurbier: ‘Dat is heel breed. Van huis uit ben ik milieu-epidemioloog en hield ik me vooral bezig met luchtkwaliteit, geluidsoverlast en andere omgevingsfactoren die de gezondheid bedreigen. Dat aspect van gezondheidsbescherming blijft heel belangrijk natuurlijk. Maar een gezonde leefomgeving is ook een omgeving die uitnodigt tot gezond gedrag, bewegen, elkaar ontmoeten. Een omgeving waarin mensen zich prettig voelen.’

‘Waar veel mensen wat minder aan denken bij een gezonde leefomgeving, is een gezonde woning. Maar juist daar zien we veel problemen: vocht, schimmel, te weinig ventilatie of woningen met veel glas waar het in de zomer veel te warm wordt. Een gezonde woning blijft een punt van aandacht, ook bij veranderingen zoals het verduurzamen van woningen. Je krijgt dan bijvoorbeeld vaak andere ventilatiesystemen. In een eigen woning maakt de eigenaar zelf een keuze, maar aan huurders wordt het vaak niet goed uitgelegd. Dan zetten mensen soms de ventilatie uit omdat die lawaai maakt, waardoor vocht en ongezonde stoffen zich ophopen. Ventilatie is gewoon altijd belangrijk.’

‘Aandacht voor een gezonde leefomgeving gaat verder dan alleen de fysieke omgeving. Het gaat ook om de sociale omgeving, waaronder de voedselomgeving. Een snackbar vlakbij nodigt uit tot ongezonder eten. En daar hoort dan ook de digitale omgeving bij, als fast food binnen 10 minuten thuisbezorgd wordt, of als een school zich richt op een gezond voedingsaanbod maar de pizzakoeriers staan op het schoolplein... Dat is allemaal wat verder van mijn eigen expertisegebied af, maar het hoort wel bij het beleid rond een gezonde leefomgeving.’ 

2

Wat valt volgens ZonMw onder een gezonde leefomgeving?

Rianne Weggemans: ‘De gezonde leefomgeving is een heel breed onderwerp. Het gaat over thema’s als leefstijl, luchtkwaliteit, klimaatverandering, infectieziekten, sociaaleconomische gezondheidsverschillen, voedselomgeving, gezonde wijk en veiligheid. Wij proberen om via de inrichting van de omgeving de gezondheid van mensen te bevorderen. Daar is al heel wat kennis over, maar de grote uitdaging is om die te vertalen naar de praktijk. Hoe richt je een wijk zo in dat die uitnodigt tot bewegen, tot elkaar ontmoeten en leren kennen? En hoe doe je dat samen met de bewoners? Zij weten immers wat voor hen werkt en waar zij behoefte aan hebben.’

‘Werken aan een gezonde leefomgeving betekent ook gezondheidsbescherming, dus schadelijke invloeden uit de omgeving terugdringen’, vult Frank Pierik aan. ‘Er is vaak landelijk of internationaal beleid nodig om bijvoorbeeld de uitstoot van industrieën te verminderen, of te zorgen dat er minder microplastics in het milieu komen. De uitdaging is daarbij om kennis te vertalen naar de praktijk van onder meer industrie, mobiliteit of ruimtelijke ordening. Een voorbeeld van zo’n benadering die internationaal steeds populairder wordt, is Planetary Health. Deze wereldwijde beweging kijkt hoe de brede gezondheid van mensen samenhangt met de ‘gezondheid’ van de aarde. Daar zijn veel verschillende wetenschappelijke disciplines bij nodig, en ook veel betrokken organisaties, bedrijfstakken en ministeries. Gezonde leefomgeving speelt overal: van straten en wijken tot de planeet als geheel.’ 

2

3

Hoe kan de overheid bijdragen aan een gezonde leefomgeving?

Zuurbier: ‘Er is in de afgelopen jaren een trend ontstaan waarin gezondheid steeds meer wordt meegenomen in besluitvorming. In die ontwikkeling past het ook dat gezondheid een prominente plek heeft gekregen in de Omgevingswet. Die geeft gemeenten meer mogelijkheden en meer verantwoordelijkheden. Ook het Gezond Actief Leven Akkoord (GALA) richt zich op gemeenten.  Het landelijk beleid speelt een prominente rol, bijvoorbeeld met eisen aan woningen of maatregelen voor aanpassing aan klimaatverandering. Ook met provinciaal beleid is impact op de leefomgeving uit te oefenen. In het Schone Luchtakkoord werken gemeenten, provincies en het Rijk aan het verbeteren van de luchtkwaliteit. In onze academische werkplaats zijn Rijk, provincie en gemeenten onze partners.’

‘Het thema gezonde leefomgeving komt in veel beleid terug. Daarbij moet de focus liggen op groepen mensen en wijken waar de meeste winst te behalen is. Mensen in een lage sociaal-economische positie hebben vaker gezondheidsproblemen. Denk aan diabetes, wat hen vervolgens kwetsbaarder maakt voor omgevingsfactoren zoals hittestress. In achterstandswijken is bovendien meer milieu- en geluidsoverlast en de omgeving nodigt minder uit tot gezond gedrag. Allemaal redenen om extra aandacht te besteden aan kwetsbare wijken en groepen.’

‘Het beleid rond mobiliteit kan veel impact hebben op de gezondheid. Minder autoverkeer betekent niet alleen minder files en CO2-uitstoot, maar ook minder luchtverontreiniging en geluidsoverlast. En als mensen meer gaan bewegen, is dat natuurlijk gezonder. Veel hangt af van de infrastructuur – of je veilig kunt wandelen of fietsen in de buurt. Maar sociale factoren en het beleid van bedrijven en overheden spelen mee. Werkgevers stimuleren dat mensen op de fiets naar hun werk komen, maar dat zijn wel vaak hoogopgeleide werknemers. Voor de aanpak van files is elke auto gelijk, maar voor het terugdringen van sociaaleconomische gezondheidsverschillen zou je willen dat juist ook mensen in een lagere sociaaleconomische positie vaker de fiets pakken. Die aandacht voor een maximale impact op gezondheid, dat willen we bevorderen.’ 

‘Ik denk dat er vooral veel kennis nodig is vanuit de sociale wetenschappen: hoe verander je het gedrag van mensen?’

4

Hoe draagt ZonMw bij aan een gezonde leefomgeving?

Weggemans: ‘Vanuit veel verschillende ZonMw-programma’s zorgen we al lange tijd voor het opbouwen en delen van kennis over gezonde leefomgeving. Bijvoorbeeld rond leefstijl en preventie, sport en bewegen, ggz, klimaat, gezond ouder worden. Deze kennis gaat zowel over het beschermen van onze gezondheid als het bevorderen van gezondheid. Samenwerking tussen de disciplines is  van belang. Iets waar we op inzetten bij het subsidieprogramma “Gezonde Leefomgeving Integrale Aanpak”. Het is sterk gericht op ontwikkelen van praktijkkennis, zodat gemeenten ook weten wat ze kunnen doen Naast samenwerking tussen landelijke, regionale een lokale organisaties gebeurt dit met én voor de inwoners. Het programma heeft als doel dat het vanzelfsprekend wordt om gezondheid een belangrijke plaats te geven in het beleid rondom het inrichten en beheren van de fysieke omgeving. De projecten van de eerste subsidieronde zijn in maart 2024 van start gegaan. Deze richten zich op  kennisontwikkeling in kwetsbare wijken. Daar gaat het op veel terreinen vaak slechter met de gezonde leefomgeving en is dus ook de meeste gezondheidswinst te boeken.’

Recent is ook de Impuls Gezonde Leefomgeving gestart. Dat is een subsidie voor kleinschalige projecten, zoals een buurtmoestuin, of een beweegplek. En binnenkort start nog een subsidieronde gericht op het toepassen van bestaande kennis, vanuit praktijkvragen: hoe zorg je dat vrouwen met een migratieachtergrond meer gebruik maken van de openbare ruimte? Hoe combineer je maatregelen tegen hittestress met het stimuleren van bewegen?

Pierik: ‘Gezonde leefomgeving is ook landelijk en internationaal een thema dat om samenwerking en dialoog vraagt. Als je bijvoorbeeld met producenten van plastic rond de tafel gaat zitten, gaan ze mogelijkheden zien om zelf bij te dragen aan oplossingen voor het probleem dat er kleine plasticdeeltjes in het milieu en in ons lichaam komen. In een dialoog tussen bedrijfsleven, verschillende ministeries en andere organisaties ontdekken mensen hoe ze kennis kunnen toepassen en waar ze anderen nodig hebben. Vanuit ZonMw stellen we daarom vaak als voorwaarde dat er met de uitkomsten van een onderzoeksproject echt iets gedaan kan worden. Zo inspireer je mensen, bedrijven en instanties om in beweging te komen. 

4

5

Aan welke kennis bestaat behoefte?

Zuurbier: ‘Er bestaat op veel terreinen nog behoefte aan toepasbare kennis, zowel bij gezondheidsbescherming als bij gezondheidsbevordering. Het valt mij op dat er veel meer projecten zijn op het gebied van gezondheidsbevordering, waarschijnlijk omdat daar ook meer mensen mee bezig zijn.’

Ik denk dat er vooral veel kennis nodig is vanuit de sociale wetenschappen: hoe verander je het gedrag van mensen? Hoe bevorder je dat ze de auto laten staan en de fiets pakken of stoppen met het stoken van hout? Dat is een andere soort kennis dan expertise over luchtverontreiniging. Dat hebben we in de coronatijd ook gezien. We begonnen met biologische en technologische kennis en al snel kwamen we erachter dat ook deskundigheid over gedrag nodig was. Het programma Gezonde Leefomgeving van ZonMw en RIVM draagt bij aan deze grote behoefte.’

‘Ervaringsdeskundigheid is erg belangrijk bij het bereiken van kwetsbare groepen. We hebben bijvoorbeeld vanuit de Academische Werkplaats onderzoek gedaan naar energiearmoede, samen met ervaringsdeskundigen. Ander voorbeeld komt van de Hogeschool van Amsterdam. Daar is, samen met de VPRO, onderzoek gedaan naar hitte in woningen. Onderzoekers vergeleken, samen met ervaringsdeskundigen, in IJmuiden 2 naast elkaar gelegen flats. De ene flat bestond uit koopwoningen waarvan de eigenaren zelf zonwering konden aanleggen. De flat ernaast bestond uit huurwoningen waar mensen in de hitte zitten. Dat soort onderzoek moeten we veel vaker doen. Gemakkelijk is het niet; het blijft voor onderzoekers moeilijk om zich te verplaatsen in mensen die in andere omstandigheden leven; in armoede, of in een landelijke omgeving. In het laatste geval spelen andere problemen, bijvoorbeeld een erg laag voorzieningenniveau, waardoor mensen niet zonder auto kunnen. En andere uitdagingen, zoals uitstoot en overlast door de veehouderij. Dat vraagt om andere kennis. Ik vind het jammer dat het platteland in onderzoek weinig aandacht krijgt. Er is dus nog heel wat te doen. Maar ik ben erg blij dat de gezonde leefomgeving steeds meer een thema is.’ 

 

6

Wat zijn voorbeelden van succesvolle projecten?

Weggemans: ‘3 Projecten uit een eerdere subsidieronde, “Maak Ruimte voor Gezondheid” zijn nu ‘living labs’. Dat betekent dat direct in de leefomgeving wordt gewerkt aan merkbare verbeteringen. In Lindenholt, een kwetsbare wijk in Nijmegen, is op initiatief van bewoners een ontmoetingsplaats ontstaan: De Broederij. Vrijwilligers van de Tuinbrigade gaan langs bij mensen met een verwaarloosde tuin en bieden aan om te helpen. Dat is goed voor de leefomgeving. Bovendien is het een prima gelegenheid om eens een praatje te maken en te vragen of die bewoners ook nog andere dingen nodig hebben. De Tuinbrigade werkt daarbij samen met de gemeente, de woningcorporatie en zorgaanbieders. In het living lab is gekeken wat de werkzame elementen waren van dat project. En het concept wordt nu verder uitgebouwd, ook in andere wijken.’

‘Het living lab in Groningen is het vervolg op een project waarin bewoners dankzij virtual reality actief konden meedenken over de stedenbouwkundige plannen in hun wijk. Het living lab kijkt hoe je het enthousiasme van bewoners vasthoudt in de stille fase tussen het plannen maken en het moment dat de eerste spade de grond in gaat.’

‘Het derde living lab, in Maastricht en Kerkrade, is aan de slag gegaan met het verder ontwikkelen van de ‘Checklist Gezonde Ruimtelijke Ontwikkeling’.  Deze checklist maakt aandacht voor gezondheid concreet voor een aantal onderwerpen, zoals lichaamsbeweging en ontmoeten. Als je met elkaar rond de tafel gaat zitten bij de aanleg of renovatie van een wijk, pak je die lijst erbij om te kijken welke concrete dingen je kunt doen om bijvoorbeeld te bevorderen dat bewoners meer bewegen.’

‘Maatregelen hangen vaak samen’, zegt Frank Pierik. ‘Het aanplanten van bomen is een uitstekende manier om hittestress tegen te gaan, maar de pollen van sommige bomen veroorzaken hooikoorts. Gemeenten die daar rekening mee willen houden, kunnen gebruik maken van het bomenkompas, waarover je meer kunt lezen in het interview met Letty de Weger in deze Impuls.’

6

Het programma Gezonde Leefomgeving

Gezonde Leefomgeving is een programma dat ZonMw en RIVM uitvoeren in opdracht van VWS. Het RIVM voert 5 projecten uit in samenwerking met een aantal partners.
ZonMw voert het subsidieprogramma Gezonde Leefomgeving Integrale Aanpak uit. Dit subsidieprogramma richt zich op de vertaalslag naar de praktijk. Dus hoe een gemeente samen met de GGD bij de inrichting van buurten en wijken het beste aandacht kan besteden aan gezondheid? Samen leren en bewonersparticipatie staan hierin centraal.
Over de 3 Living Labs die in aanloop naar dit programma zijn uitgevoerd heeft ZonMw video’s gemaakt.

 

 

Arrow-prev Arrow-next