Interview

Dick Vethaak komt op voor vissen, vogels en de volgende generatie

Waker over de gezondheid van water

Een ‘wilde hond’, zo omschrijft Dick Vethaak zichzelf. Gedreven en met impact zet deze bioloog en toxicoloog zich in voor een schone leefomgeving. Ondanks zijn pensionering is hij nog steeds boegbeeld van het onderzoek naar microplastics en gezondheid. ‘Als het ecosysteem gezond is, zijn wij gezond.’

Tekst: Joost Bijlsma ¦ Fotografie: Thomas Duiker

Met zijn weelderig grijze haardos, gebronsde hoofd en honkbalpet ziet Dick Vethaak eruit als een vrije vogel. In zijn kamer op het universiteitscomplex De Uithof in Utrecht, vertelt hij dat hij zich zo ook voelt. Dat heeft waarschijnlijk niet zozeer met zijn pensionering te maken. Hij is eigenlijk altijd een vrije geest geweest: een man die gaat voor zijn passie en daaruit voortvloeiende missie. Het is niet lastig te achterhalen welke passie dat is. Stickers op zijn laptop met ‘awake to the ocean’ en ‘birdlife’ verraden zijn liefde voor vissen en vogels.

Frambozenschol

Alles wat in de zee leeft en ook wat erboven zweeft, boeit hem al op jonge leeftijd. Als jongen fietst hij regelmatig naar de pier van IJmuiden en onderhoudt hij zelf zee­­aquaria. Hij wil een studie kiezen waar hij zijn passie in kwijt kan. Na uitgeloot te zijn voor diergeneeskunde, gaat hij biologie studeren en wordt milieuonderzoeker. Het duurt niet lang voordat duidelijk wordt dat hij iemand is die tot het gaatje gaat. Dat blijkt als hij als zeebioloog voor Rijkswaterstaat huidziekten onder platvissen onderzoekt. Noordzeevissers hebben het in de jaren tachtig van de vorige eeuw over ‘frambozenschol’. De dan nog jonge onderzoeker gaat op zoek naar oorzaken en krijgt van Rijkswaterstaat alle medewerking. ‘Het was ongekend hoe ruimhartig de overheid ons onderzoek, bijvoorbeeld met de inzet van een schip, ondersteunde. Dat zou nu ondenkbaar zijn’, vertelt Vethaak. Hij ontdekt dat veel oudere platvissen onder leverkanker lijden. Tot 40 procent van de volwassen platvissen (botten en scharren) uit de kustwateren blijken levertumoren te hebben of een voorstadium daarvan. Hij weet een relatie te leggen tussen de ziekte en chemische verontreinigingen in gestorte baggerspecie, zoals PAK’s (Polycyclische Aromatische Koolwaterstoffen). Niet iedereen wordt blij van zijn bevindingen. ‘Hoewel ik benadrukte dat consumptie van platvissen ongevaarlijk was (de ingewanden worden bij het schoonmaken verwijderd, red.), schreef de Engelse pers: “Eet geen Nederlandse vis”. Een eigenaar van een Nederlandse visfileerfabriek bedreigde mij om die reden.’ Dit weerhoudt hem er niet van door te gaan. Hij promoveert op het onderwerp en werpt zich op implementatie. Zo werkt hij mee aan een Europees monitoringprogramma voor waterkwaliteit en visziekten. ‘Ik maak graag de vertaalslag van wetenschap naar maatschappelijke betekenis.’

Geslachtsverandering

Onderzoek naar vervuiling en daarmee impact bereiken, wordt de rode draad in zijn werk. Het volgende waar hij zijn tanden in zet, zijn stoffen die geslachtsverandering bij zeedieren kunnen veroorzaken. Zo onderzoekt hij de gevolgen van het gebruik van Tributyltin in coatings voor scheepsrompen. Dit doet zeeslakken van geslacht veranderen. Later onderzoekt hij ook de gevolgen van oestrogenen, uit onder meer de anticonceptiepil, die in het oppervlaktewater komen. Ook deze blijken de oorzaak te kunnen zijn van geslachtsverandering en wel bij vissen. Vethaak: ‘Opnieuw deed ik niet alleen onderzoek, maar probeerde ik ook te bewerkstelligen dat het beleid er iets mee deed.’ Uiteindelijk heeft dit effect, maar dat is wel een kwestie van volhouden. ‘Lobby’s vertragen verboden op verontreinigende stoffen, ook als die stoffen aantoonbaar slecht zijn.’ Je zou er activistisch van worden, maar dat is een valkuil, vindt hij. ‘Ik ben altijd op mijn hoede geweest om te zeer mee te gaan met activistische organisaties. Zij neigen ernaar een boodschap uit te vergroten of te overdrijven. Als wetenschapper moet je bij de feiten blijven.’

 

‘Mijn zoon Dylan is mijn drijfveer om nog niet te stoppen met mijn missie.’

 

Microbeads

Vethaak ontwikkelt zich in de loop der tijd steeds meer tot een goeroe in waterkwaliteit en gezondheid. Hij gaat werken bij Deltares en wordt bijzonder hoogleraar aan de Vrije Universiteit op dit terrein. Vanaf 2009, in het slot­akkoord van zijn loopbaan, richt hij zijn vizier op micro­plastics. Hij legt zich toe op het bestuderen van de schadelijkheid van vaste plastic deeltjes, die kleiner zijn dan 5 millimeter, tot nanodeeltjes – zo groot als een virus - aan toe. ‘Voor mij was microplastics een voor de hand liggende vervolgstap na het onderzoek van hormoon-ontregelende stoffen die uit plastic lekken.’ Hij krijgt daarvoor opnieuw de ruimte. ‘Ze zagen mij bij Deltares als een wilde hond die je niet te strak moet aanlijnen. Vanwege de impact van mijn eerdere werk was er vertrouwen dat ik nuttige dingen deed.’ Zijn werk heeft opnieuw impact als hij voor het eerst in Nederland microplastics in gezuiverd afvalwater en het watermilieu aantreft en dit linkt aan microbeads. Dat zijn plastic korreltjes, kleiner dan 5 millimeter, die worden toegevoegd aan cosmetica, zoals douchegels en tandpasta. ‘Kort na publicatie van ons onderzoek stopte Unilever met het gebruik van microbeads in scrubproducten.’

15 doorbraakprojecten

Microbeads zijn maar een klein deel van het probleem van plasticvervuiling. Vethaak maakt zich vooral zorgen over nog kleinere stukjes, zoals plastic nanodeeltjes. Ze dringen overal in door en worden steeds vaker in water, lucht en voeding aangetroffen. In zijn eigen onderzoek vindt hij ze in mosselen. Hij raakt ervan overtuigd dat we het risico van microplastics serieus moeten nemen. ‘Concentraties en de blootstelling eraan zullen in de toekomst steeds verder toenemen.’ In het artikel Plastic Debris Is a Human Health Issue (Environmental Science and Technology, 2016) uit hij zijn zorgen over de deeltjesgiftigheid, de chemische giftigheid en plastic deeltjes als drager van ziekmakers. Die zorg wordt gedeeld door de Gezondheidsraad. Die stelt dat er meer onderzoek moet komen naar de effecten van microplastics op de gezondheid. ZonMw pakt deze handschoen op en ontwikkelt een programma met 15 doorbraakprojecten, met daarin onderzoek naar het doordringen van micro- en nanoplastics in het lichaam, evenals de gezondheidseffecten daarvan. Ze vragen Vethaak om advies. Als boegbeeld van het ZonMw-programma betrekt hij daar onder andere Juliette Legler bij, die hij al kent van eerder onderzoek. ‘Zij heeft het doorbraakproject naar plastic in de placenta gedaan, dat later door ZonMw met een Parel is bekroond.’ De 15 projecten zijn succesvol. Ze laten zien dat micro- en nanoplastics doordringen in het menselijk lichaam en daar mogelijk verstorende effecten hebben op ons immuunsysteem. Een artikel van Vethaak en Legler in 2021 in Science hierover krijgt veel citaties en de pers weet Vethaak te vinden. Helemaal als in 2022 wordt aangetoond dat plasticvervuiling in ons bloed zit. Dat spreekt tot de verbeelding.  De doorbraakprojecten krijgen een ambitieus vervolg. Zo schrijft Vethaak mee aan een kennisagenda over micro­plastics en gezondheid en vraagt ZonMw hem om het consortium MOMENTUM te leiden, dat voortbouwt op de 15 doorbraakprojecten. Vanwege zijn pensionering gaat hij dat samen met Legler doen. MOMENTUM 1 dicht kennislacunes, bijvoorbeeld over het voorkomen van plastics in het lichaam en de gevaren daarvan. Met MOMENTUM 2 kan in 2025 een eerste risicobeoordeling worden gedaan. Typerend voor Vethaak kijkt hij ook nu alweer verder vooruit: ‘Dit consortium legt de basis voor een nationaal onderzoekscentrum voor microplastics en gezondheid. Het is een changemaker in de maak.’ Hij is vooral erg enthou­siast over de manier van samenwerken bij MOMENTUM. ‘Tijdens de coronacrisis hebben we met onderzoekers, medische sector en industrie een gigantisch mooie multidiscipli­naire samenwerking tot stand gebracht. Daar lopen we inter­nationaal mee voorop.’

Een speciaal plekje in zijn hart heeft de samenwerking met een groep kankeronderzoekers uit Oostenrijk, ook omdat hij zelf een diagnose kanker heeft gekregen. ‘Zij kwamen bij toeval in aanraking met MOMENTUM, omdat ze meer wilden weten over ons onderzoek.’ Vethaak is een fervent voorstander van multidisciplinaire samenwerking. ‘Dat creëert kracht doordat je veel van elkaar leert. Zodra je dit begrijpt en weet, doe je niks anders meer.’

Voorzorgsprincipe

Met het onderzoek naar microplastics hoopt Vethaak opnieuw positieve impact te hebben. Dat kan nog wel even duren. Er zijn wel aanwijzingen voor schadelijkheid, maar er is nog geen hard bewijs. Hij wijst erop dat de Gezondheidsraad vindt dat hier het voorzorgsprincipe geldt: ondanks wetenschappelijke onzekerheid over schade is beleid nodig om vervuiling te voorkomen. ‘Het duurt nog wel 5 tot 10 jaar voordat we het hard kunnen aantonen, net als bij het inademen van fijnstof en longkanker. Het gaat om effecten van blootstelling op lange termijn en het is maar één van de factoren die bijdraagt aan een verhoogd risico. Een voorbeeld is dat micro- en nanoplastics medeoorzaak kunnen zijn van laaggradige ontstekingen die de aanloop vormen naar allerlei chronische ziektes. De vraag is dus: dragen ze bij en in welke mate dan? Ook kunnen chemische stoffen die met plastic deeltjes meeliften schadelijk zijn. Belangrijk is dat dokters beseffen dat dit ook kan spelen. Je ziet al onderzoek ontstaan naar bijvoorbeeld de mogelijke rol van microplastics bij nierziekten en bepaalde kankersoorten, waarbij hogere ziekte-incidenties worden gemeten.’ 

We moeten tijdig aan de bel trekken, vindt Vethaak. Want ook na bewijs duurt het, vanwege de krachtige industrielobby’s, vaak lang voordat er echt iets verandert. ‘Dat merk ik nu al bij de onderhandelingen rond de Global Plastic Treaty. Daar zie je weinig wetenschappers die bezig zijn met de volksgezondheid, maar wemelt het van lobbyisten.’

Bob Dylan

Vethaak juicht toe dat burgers kritischer worden op de gevolgen van vervuiling van hun leefomgeving voor hun gezondheid. Dat uit zich in discussies over PFAS-vervuiling en de uitstoot van kankerverwekkende stoffen door Tata Steel. Hij hoopt dat het belang van schoon water, een schone bodem en een schone lucht breder gaat leven. ‘Het besef moet doordringen dat we maar één gezondheid hebben: One Health. Het milieu is onlosmakelijk met ons verbonden. Als het water en de lucht ongezond zijn, dan worden dieren én (al dan niet daaraan gekoppeld) mensen ongezond. Die connecties zijn er gewoon.’ De gedachte dat we goed moeten zorgen voor de planeet wil hij graag overdragen. ‘Mijn zoon Dylan - zijn naam betekent ‘zoon van de zee’ en hij is vernoemd naar mijn held Bob Dylan - is mijn drijfveer om nog niet te stoppen met mijn missie. Ik wil verandering voor de generatie die nu opgroeit. Daarom probeer ik schoolkinderen ook liefde voor dieren en planten bij te brengen. Met alle afleiding van smartphones en tablets is het niet meer vanzelfsprekend dat zij een echte connectie hebben met de natuur.’ Hij gunt de volgende generaties zijn passie en heeft zijn oude hobby’s weer opgepakt. ‘Ik ben begonnen met zeeaquaria en vogelen en ik eindig ermee.’ ←

Microplastics & ZonMw

Na signalen uit het veld initieerde ZonMw in 2018 het onderzoeksprogramma Microplastics & Health. Dit financierde 15 éénjarige doorbraakprojecten. Toen deze waren afgerond in 2020 heeft ZonMw met belanghebbenden uit beleid, praktijk en wetenschap de verkenning en kennisagenda Wat doen microplastics in ons lichaam? samengesteld. Het onderzoek is daarna voortgezet in het consortium MOMENTUM en nieuwe doorbraakprojecten. Meer informatie over het programma is te vinden op: www.zonmw.nl/nl/microplastics.

 

Arrow-prev Arrow-next