Kennislacunes signaleren

Kennisbehoeften signaleren

ZonMw brengt al jaren met enige regelmaat signalementen uit. Daarin vraagt ZonMw aandacht voor onderbelichte en kansrijke onderwerpen in de (medische) wetenschap, gezondheid(szorg) en het sociaal domein. Het kan gaan om kennis die ontbreekt, maar ook om de vraag waar en waarom implementatie en innovatie stokken. Het signaleren gebeurt vanuit een kritische beschouwing van relevante trends, geleid door eigen inzichten én handreikingen van betrokkenen uit het veld. Waar het signaal ook vandaan komt, we gebruiken hoe dan ook de input van onderzoekers, opdrachtgevers, praktijkprofessionals, onderwijs en burgers.

Tekst: Marc van Bijsterveldt, John Ekkelboom

 

Kennisbehoeften signaleren

ZonMw brengt al jaren met enige regelmaat signalementen uit. Daarin vraagt ZonMw aandacht voor onderbelichte en kansrijke onderwerpen in de (medische) wetenschap, gezondheid(szorg) en het sociaal domein. Het kan gaan om kennis die ontbreekt, maar ook om de vraag waar en waarom implementatie en innovatie stokken. Het signaleren gebeurt vanuit een kritische beschouwing van relevante trends, geleid door eigen inzichten én handreikingen van betrokkenen uit het veld. Waar het signaal ook vandaan komt, we gebruiken hoe dan ook de input van onderzoekers, opdrachtgevers, praktijkprofessionals, onderwijs en burgers.

Tekst: Marc van Bijsterveldt, John Ekkelboom

 

 

De ZonMw-signalementen vormen ­relevante input voor mogelijke kennisprogrammering. En ze kunnen ook behulpzaam zijn voor implementatie- en actieprogramma’s. Een signalement is geen doel op zich. Het is een middel om tot betere besluiten te komen; hoe kom je met evidence-based kennis tot kwalitatief goede en toegankelijke zorg en gezondheid tegen aanvaardbare kosten?  In de loop der jaren zijn via signalementen onderwerpen op de agenda gezet die eerder  nog onvoldoende aandacht kregen. Niet elk signalement leidt tot het beschikbaar komen van financiering, dat is uiteindelijk een beleidskeuze die gemaakt wordt door het ministerie van VWS. Maar veel van deze signalementen zijn wegbereiders geweest voor invloedrijke programma’s, die soms nog altijd lopen.  In dit artikel laten we over 3 baanbrekende signalementen betrokkenen van het eerste  uur aan het woord. Wat was de aanleiding voor het signalement? Wat heeft het opgeleverd?  En vooral: liggen er nog kwesties die om  nieuwe antwoorden vragen? 

Gender en gezondheid

Versnelling gewenst in onderzoek naar man-vrouwverschillen

Dankzij het signalement ‘Vrouwen zijn anders’ (2012) is in 2016 het ZonMw-kennisprogramma Gender en Gezondheid gestart. Inmiddels is er meer bewustzijn binnen de gezondheidszorg ontstaan over man-vrouwverschillen. Ook is de kennis daarover toegenomen. Maar deze ontwikkeling gaat te traag, constateren Maria Henneman en Bart Fauser.

Foto: ANP

Medisch-wetenschappelijk onderzoek is altijd gericht geweest op mannen. De gedachte was dat de resultaten daarvan ook meteen op vrouwen van toepassing waren. Een misvatting met de kennis van nu’, zegt Bart Fauser, emeritus-hoogleraar Voortplantingsgeneeskunde aan het UMC Utrecht. ‘Vrouwen leven langer dan mannen, maar het aantal jaren in goede gezondheid is korter. Ze hebben meer chronische ziekten, bezoeken vaker een huisarts en gebruiken gemiddeld meer medicijnen. Er zijn vrouwspecifieke ziektes, zoals gynaecologische aandoeningen of problemen tijdens zwangerschap of overgang. En er zijn algemene ziektes die zich op een andere manier bij vrouwen openbaren.’

Alliantie Gender en Gezondheid

In zijn oratie in 2005 ging Fauser al in op dit fenomeen. Ook historica, oud-journalist en consultant Maria Henneman, een van de drijvende krachten achter de organisatie WOMEN Inc, hield zich hier al vele jaren mee bezig. WOMEN Inc richtte in 2012 de Alliantie Gender en Gezondheid op (waar ook ZonMw onderdeel van uitmaakt), een multidisciplinair samenwerkingsverband van hoogleraren, beleidsmakers, medisch specialisten en andere zorgprofessionals. Vanaf dat moment kwam het thema man-vrouwverschillen binnen wetenschap en gezondheidszorg hoger op de agenda te staan. In hetzelfde jaar bracht ZonMw het signalement ‘Vrouwen zijn anders’ uit. Dit signalement resulteerde in 2016 in het kennisprogramma Gender en Gezondheid, met Henneman als commissievoorzitter. Fauser zat in  die periode in het ZonMw-bestuur.

Kennislacunes prioriteren

Een in 2015 opgestelde kennisagenda Gender en Gezondheid benoemde  12 relevante onderzoeksthema’s. Denk aan diabetes, geneesmiddelen, hart- en vaatziekten, migraine, psychische en psychiatrische aandoeningen en vrouwspecifieke seksuele aandoeningen. Voor de kennisagenda heeft ZonMw de leden van de Werkgroep Onderzoek van de Alliantie geïnterviewd om bestaande kennis én kennislacunes te inventariseren. De concept-kennisagenda werd tijdens een invitational conference besproken met tientallen deskundigen. Zij gaven aan welke kennislacunes naar hun mening prioriteit zouden moeten krijgen binnen het kennisprogramma. Dat deden ze op basis van criteria als ziektelast, implementeerbaarheid en maatschappelijke relevantie.

Op Internationale Vrouwendag, 8 maart 2024, maakte demis­sionair minister van VWS Pia Dijkstra bekend dat zij enkele ­miljoenen euro’s extra beschikbaar stelt voor een nieuw ZonMw-kennisprogramma. Aanleiding is een in december 2023 gepresenteerd rapport van de Nederlandse Vereniging voor Obstetrie & ­Gynaecologie, WOMEN Inc. en het kennisinstituut van de ­Federatie Medisch Specialisten.
Zij brachten in opdracht van ­ZonMw in kaart wat de witte vlekken in kennis en maatschappelijke impact zijn van enkele veel voorkomende vrouwspecifieke aandoeningen als hevige menstruatiepijn, overgangsklachten en problemen met de bekken­bodem. Zij legden de noodzaak bloot voor meer aandacht voor deze problemen bij ­zowel vrouwen als zorgverleners, en voor meer onderzoek. Het uiteindelijke doel is dat vrouwen eerder passende zorg krijgen.

 

Hoge kwaliteit

De thema’s uit de kennisagenda kregen vervolgens een plek in het programma, dat duidelijk in een behoefte voorzag. Henneman: ‘Het aantal voorstellen van onderzoekers was overweldigend. Van de 320 sub­­sidieaanvragen hebben we er  94 kunnen honoreren, verspreid over de 12 thema’s. De selectie was echt moeilijk, want driekwart van de aanvragen was van hoge kwaliteit. Nadat de eerste resultaten bekend werden, nam de aandacht voor sekse en gender in onderzoek gelukkig toe. Het heeft het denken van veel onderzoekers enorm verrijkt.’ Inmiddels vraagt ZonMw in subsidieaanvragen voor onderzoeksopdrachten expliciet naar de betekenis van de uitkomsten voor sekse en gender. Via Taakopdracht Gender en Gezondheid krijgt het – mede op verzoek van VWS – aandacht in al het onderzoek.’

Krachten bundelen

Henneman en Fauser benadrukken dat nog maar de eerste kleine stapjes zijn gezet. Binnen de zorg en het onderzoek is nog veel aandacht voor het thema nodig. Fauser: ‘Het gaat te traag. In dit tempo zijn we nog tientallen jaren bezig om de wetenschappelijke achterstand in te halen. We moeten bijvoorbeeld bevindingen vanuit het buitenland meer meenemen. Verder is er behoefte aan meer coördinatie van het onderzoek. Veel partijen houden zich met de achterstand van vrouwen en gezondheid bezig, maar dat gebeurt nog steeds versnipperd. Mijn pleidooi: bundel de krachten en werk aan een werkelijk inhoudelijke prioritering. Stel vast waar de grootste kennisachterstand zit en waar in de zorg vrouwen het slechtst bediend worden. Ga daar eerst aan werken. Besteed bovendien meer aandacht aan dit onderwerp binnen de geneeskundeopleiding.’

Menopauze en oncologie

Waar zou ZonMw nog aandacht voor kunnen vragen? Henneman zou het verstandig vinden als er eens in de zoveel tijd weer een gender-en-gezondheidsprogramma komt. Desgevraagd noemt Fauser de menopauze als een belangrijk onderwerp bij sekseverschillen in gezond ouder worden, dat volgens hem veel meer aandacht behoeft. Ook merkt hij op dat sekse- en genderverschillen nog onvoldoende zijn geïntegreerd in andere ZonMw-programma’s. Henneman pleit voor een specifieke subsidieronde over oncologie, gender en sekse. ‘Als je ziet wat het onderzoek naar hart- en vaatziekten al heeft opgeleverd – en waarvan de bevindingen terecht zijn gekomen in de medische richtlijnen – dan ben ik heel benieuwd naar sekse- én genderverschillen binnen de oncologie. De door ons gefinancierde studies hebben aangetoond dat diagnostiek en be­handeling voor mannen en vrouwen zóveel beter kunnen. Laten we dus vooral doorgaan met onderzoek ­hiernaar.’

Van signalement naar programma:
thema gender en gezondheid

2012: ‘Vrouwen zijn anders; ZonMw-Signalement Seksespecifieke gezondheidszorg’

2015: publicatie ‘Kennisagenda Gender en Gezondheid

2016: publicatie prioriteringsstudie ‘Kennislacunes Gender en Gezondheid

2016: start Kennisprogramma Gender en Gezondheid

2020: publicatie eindevaluatie Kennisprogramma Gender en Gezondheid

2021-2026: taakopdracht integratie sekse en gender in onderzoek en ZonMw-programmering

Meer informatie: www.zonmw.nl/nl/gender

Goed Gebruik Geneesmiddelen

 

Waar zit de grootste kennisachterstand? En waar worden vrouwen in de zorg het slechtst bediend?

Goed Gebruik Geneesmiddelen

Brede programmering cruciaal voor goed gebruik geneesmiddelen

Onafhankelijk onderzoek naar het gebruik van bestaande geneesmiddelen, daaraan ontbrak het lange tijd. De fabrikant onderzoekt de effectiviteit en veiligheid van medicijnen vooral met oog op de markttoelating. Maar hoe pakken de medicijnen vervolgens uit in de dagelijkse praktijk? In 2008 zijn de eerste stappen gezet naar structurele investeringen om dat te onderzoeken. Sinds 2012 ­voorziet het ZonMw-programma Goed Gebruik Geneesmiddelen (GGG) in antwoorden op de complexe vragen hierover.

Foto: Shutterstock

 

Je wilt medicijnen immers zó inzetten dat ze in de dagelijkse praktijk ook echt wat doen.

In de ontwikkeling van genees­middelen wordt gigantisch veel geïnvesteerd. Onderzoek naar de veiligheid en effectiviteit is daarvan – terecht – een wezenlijk onderdeel. Maar het is voornamelijk gericht op de registratie. Is een geneesmiddel eenmaal toegelaten tot de markt, dan valt de belangstelling van de fabrikanten meestal weg. Terwijl het goed gebruik van geneesmiddelen  pas dán begint. Saco de Visser en Benien Vingerhoed zijn nu werkzaam bij FAST, het expertisecentrum  voor duurzame medicijnontwikkeling. In 2008 waren ze bij ZonMw betrokken bij de eerste gesprekken over onderzoek naar goed gebruik van geneesmiddelen. Vingerhoed: ‘We haalden bij zoveel mogelijk partijen informatie op en organiseerden brainstormbijeenkomsten. We vroegen waar de grootste behoefte lag: onderzoek naar nieuwe middelen, trans­lationeel onderzoek of studies naar gebruik. Iedereen zei: dat laatste heeft prioriteit.’

Veel te winnen

Ook vanuit de praktijk kwamen veel vragen om hieraan te werken, vervolgt De Visser. ‘Onderzoeksideeën over goed gebruik pasten niet binnen de programma’s die destijds bij ZonMw liepen. Veldpartijen én VWS zagen daarnaast dat er voor de patiënt veel te winnen is bij goed gebruik, zowel  in kwaliteit van leven als in kosten­beheersing.’ Alle opgehaalde infor­matie kwam in 2009 terecht in een ­signalement, gevolgd door een veldraadpleging. In een verdieping van het signalement werden de kennislacunes in 2010 nader uitgewerkt. Uiteindelijk – onder meer vertraagd door de val van een kabinet – startte in 2012 Goed Gebruik Geneesmiddelen (GGG), een eerste geïntegreerd onderzoeksprogramma rond bestaande geneesmiddelen met publieke middelen. 

Alle aspecten meenemen

Goed gebruik wordt intussen alleen maar relevanter, aldus De Visser. ‘Je wilt medicijnen immers zó inzetten dat ze in de dagelijkse praktijk ook echt wat doen.’ Vingerhoed onderschrijft dit. ‘Toen al zagen we dat je voor een effectieve behandeling – en een meer gepersonaliseerde therapie – alle aspecten uit the real world moet mee­­nemen, bijvoorbeeld therapietrouw en polyfarmacie.’ Aanvankelijk wilde ZonMw het GGG-programma opzetten met private partijen. Goed gebruik van geneesmiddelen is immers een gezamenlijk belang van patiënten, zorg­verleners, overheid en fabrikanten.  ‘Het zou logisch moeten zijn dat de partijen die de praktijk en de patiënt vertegenwoordigen – zorgverzekeraars en VWS, maar ook farmaceuten – samen betalen. Daarmee borg je ook dat de resultaten breed worden gedragen. De brede financiering is helaas niet gelukt. Maar gelukkig, aldus de geïnterviewden, is er met GGG nu al jaren een structurele publieke financiering van de hele breedte van geneesmiddelenonderzoek nadat een middel op de markt komt.

Maatschappelijke sturing

Al vanaf het begin is over de organisatiestructuur goed nagedacht. Vingerhoed: ‘Het signalement benadrukte dat samenwerking van alle betrokken partijen nodig was, en dat dit moest terugkomen in de organisatie van een programma. We wilden dus alle relevante beroepsgroepen en de patiënten vertegenwoordigd hebben, plus farmaceutische partners, zorgverzekeraars en VWS. Dat is de GGG-raad geworden, die maatschappelijke sturing aan het programma geeft. Maatschappe­lijke en professionele vragen bepalen zo de richting en niet de beleids­matige of academische behoeften.’ De Visser: ‘VWS ziet de organisatie­structuur  van GGG nadrukkelijk als voorbeeld, omdat juist de maatschappelijke verankering echte vernieuwing mo­­gelijk maakt.’ Het programma heeft inmiddels een brede community opgebouwd. Vingerhoed: ‘Het gaat  om veel meer dan ontbrekende kennis genereren. Je bereikt pas wat als je een netwerk vormt waarin partijen die elkaar normaliter niet tegen­komen, elkaar vinden. Dat leidt  tot nieuwe inzichten, multidiscipli­naire samenwerking en een betere implementatie.’ 

Middenin het veld

De cijfers spreken intussen duidelijke taal: GGG heeft de investeringen in onderzoek tot nu toe al minimaal  9 keer terugverdiend, bleek in 2022 uit een externe evaluatie. Beide geïnterviewden zien nog genoeg uitdagingen. Vingerhoed benadrukt bij signaleren en programmeren het belang van ruimte voor innovatieve ideeën ‘van onderop’. Niet alles vanaf de eerste ideeën dichttimmeren is haar devies. Over de zin van het blijven signaleren heeft De Visser nog een duidelijke boodschap: ‘Als je inhoudelijke, waardevolle, geloofwaardige en relevante signalementen wilt uitbrengen, blijf dan als ZonMw investeren in een goede inbedding in het – academische – werkveld. Pas als je daar middenin staat, kun je vanuit overzicht blijven wegen welk onderzoek er echt toe doet.’

Van signalement naar programma:
thema Goed Gebruik Geneesmiddelen

2008: invitational conference ‘Publiek gefinancierd geneesmiddelenonderzoek’.

2009: signalement ‘Goed Gebruik Geneesmiddelen’ aangeboden aan VWS.

2010: publicatie ‘Verdieping Goed Gebruik Geneesmiddelen’, met een nadere uitdieping van de kennislacunes.

2011: ‘Programmaschets Goed Gebruik Geneesmiddelen’, met als ondertitel: ‘Het optimaliseren van effectieve, veilige en doelmatige farmacotherapie’.

2012: publicatie eerste programmatekst ‘Goed Gebruik Geneesmiddelen’.

2017: 5 jaar GGG: ‘Rapportage van de Externe Evaluatiecommissie GGG’.

2022: 10 jaar GGG: ‘Externe evaluatie Programma Goed Gebruik Geneesmiddelen 2012-2022’.

Meer informatie: www.zonmw.nl/nl/geneesmiddelen

↓ De mens centraal

De mens centraal

Zingeving in de zorg steeds meer omarmd door bestuurders

In 2016 verscheen ‘De mens centraal’, een ZonMw-signalement over zingeving in de zorg. Niet alleen patiënten hebben behoefte aan meer mensgerichte aandacht, ook voor zorgverleners zijn thema’s als zingeving, betekenisgeving en spiritualiteit belangrijk. Anita Wydoodt, bestuursvoorzitter van de Parnassia Groep, plaatst dit onderwerp daarom constant bij bestuurders en toezichthouders op de agenda.

Foto: ANP

 

Niet ­alleen patiënten hebben behoefte aan meer mens­gerichte aandacht, ook voor zorgverleners zijn thema’s als zin­geving, betekenisgeving en spiritualiteit belangrijk. Anita ­Wydoodt, ­bestuursvoorzitter van de Parnassia Groep, plaatst dit onderwerp daarom constant bij bestuurders en ­toezichthouders op de ­agenda.

Wydoodt, opgeleid als klinisch psycholoog, vertelt dat collega’s haar vaak omschrijven als een atypische bestuurder. Ze doelt op de aandacht die zij besteedt aan zingeving.

Dat deed ze ook al in haar vorige bestuurlijke banen binnen de zorgsector. Niet voor niets werd ze destijds geïnterviewd voor het ZonMw-signalement ‘De mens centraal’ uit 2016, waarvoor ze ook het co-voorwoord schreef. Aanleiding voor ‘De mens centraal’ was de introductie van het concept ­Positieve Gezondheid, waar naast fysieke en mentale gezondheid ook de spirituele en existentiële dimensie een plek heeft. Waar in de huidige gezondheidszorg de (bio)medische dimensie centraal staat, schrijft ZonMw in de inleiding, is in het kader van shared decison making  en personalized medicine/health een verbreding gewenst.

Vertrouwen geven

Wydoodt werkte ook mee aan een boek van organisatiefilosoof Mieke Moor over ‘de binnenkant van leiderschap’. Wydoodt: ‘Hoewel je als bestuurder voortdurend onderdeel bent van de hectiek en met harde cijfers werkt, moet je ook vooruitkijken. Het inbouwen van rustmomenten is van groot belang. Overigens geldt dit voor de hele zorg, die continu te maken heeft met werkdruk en een toenemend verzuim. We bevinden ons op een kritisch kantelpunt van het efficiënt werken volgens protocollen, afvinklijsten en regels, tegenover het op waarde schatten van professionals en hen daarbij vertrouwen geven.’

Van betekenis zijn

Het begrip zingeving – zelf gebruikt ze liever het woord betekenisgeving – omschrijft Wydoodt als de betekenis die je hebt in het leven, én dat je van waarde bent voor anderen, zowel professioneel als privé. In positieve gezondheid heeft zingeving expliciet een plek. ‘Sinds het verschijnen van het signalement zie ik een toenemende aandacht hiervoor bij organisaties. Zo is er een mooie stap gezet op het gebied van de geestelijke verzorging. Die was voorheen alleen beschikbaar in intramurale organisaties, maar sinds het ZonMw-programma Zin­­geving en Geestelijke Zorg ook in de eerstelijnszorg.’ De Parnassia Groep, waar 13.000 mensen werken aan ­geestelijke gezondheidszorg, omarmt Positieve Gezondheid, vervolgt Wydoodt. ‘Onze zogeheten netwerkgesprekken met cliënten gaan niet alleen over hun klachten maar ook over hoe je van betekenis bent in je leven. En wil je als werkgever je werknemers behouden, dan is het nodig dat de collega’s zich met aandacht bejegend voelen en op waarde geschat. Dat geldt zeker ook voor  de jongere generatie.’

Zelfreflectie binnen zorgbestuur

Het ZonMw-signalement en het boek hebben een positief effect op het aspect zingeving in de zorg. Dat concludeert Wydoodt, die zelf col­lega­-bestuurders coacht. Zo is zelf­reflectie onderdeel geworden van de governancecode van bestuurders in de zorg. ‘De NVZD, onze beroepsvereniging, toetst bestuurders hierop bij accreditatie. Verder worden Mieke en ik regelmatig uitgenodigd bij intervisiegroepen van zorgbestuurders. We merken dat het gedachtegoed van  ons boek echt impact heeft. Er is veel meer ruimte om dilemma’s te bespreken. Dat er vorig jaar een boek is verschenen met als titel ‘De twijfelende toezichthouder’ van bestuurs­kundige Niels van Tent, waaraan Mieke en ik een bijdrage hebben ­geleverd, zegt ook wel iets over de huidige tijdgeest. Tien jaar geleden zou zo’n titel absoluut niet kunnen.’

Steun in de rug

Wydoodt is blij dat ZonMw het signalement over zingeving heeft uitgebracht als steun in de rug voor deze ontwikkeling. ‘De eerste stappen zijn gezet, maar we zijn er nog lang niet.’ Belangrijk is volgens haar dat ook de financiering meegaat. ‘Dat gebeurt nu slechts mondjesmaat. De huidige financiering is opgebouwd op basis van het doen van interventies. Een gesprek met een cliënt vanuit de principes van Positieve Gezondheid, bijvoorbeeld, is daar moeilijker in te plaatsen. Zeker als je zingeving domeinoverstijgend wilt meenemen in je aanpak. We zien wel dat zorgfinanciers pogingen doen om met ons mee te denken. Zelf zou ik het mooi vinden als ZonMw een nieuw signalement opstart om terug te blikken op de afgelopen 7 jaar en vooruit te kijken naar de toekomst.’ ←

 

Van signalement naar programma:
thema zingeving

2016 en 2017: vanwege grote belangstelling 2 opeenvolgende drukken van het signalement ‘De mens centraal’.

2018: strategische bijeenkomst ‘Zingeving in zorg’ over de kennisvragen uit het signalement: benoemen thema’s en vervolgacties door ambassadeurs.

2018: Kamerbrief aanpak geestelijke verzorging/levensbegeleiding: ZonMw mocht een programma-opzet schrijven.

2019: start Zonmw-programma Zingeving en Geestelijke ­verzorging. 

Meer informatie over ZonMw en zingeving.

 

‘Onze zogeheten netwerkgesprekken met cliënten gaan niet alleen over hun klachten maar ook over hoe je van betekenis bent in je leven’.

Arrow-prev Arrow-next