Meerwaarde

Zo maakt ZonMw Nederland gezonder

Tekst: Thessa Lageman, Pieter van Megchelen, Diana de Veld, Martijn Tamboer

'Met kennis werken aan een goede gezondheid voor iedereen.’ Dat is waar ZonMw voor staat. Onze ambitie is duidelijk groter dan alleen het vermeerderen van kennis. De bedoeling is om met die kennis Nederland daadwerkelijk gezonder te maken. Het is de vraag in hoeverre we in die impactmissie slagen. Natuurlijk is dat lastig na te gaan. De invloed die ZonMw heeft op zorg en gezondheid is indirect. Bescheidenheid is daarom gepast. Het zijn vooral professionals in zorg en welzijn die daaraan bijdragen. Wij zorgen er alleen voor dat er meer kennis komt en betere toepassingen, waarmee zij aan de slag kunnen. Met kennis werken aan gezondheid doen we op veel verschillende manieren. Het voert te ver om die allemaal op te sommen. Daarom kiezen we hier voor vier thema’s die inzichtelijk kunnen maken hoe we dat doen: verpleging en verzorging, preventie, onbegrepen gedrag en COVID.

 

 

Zo maakt ZonMw Nederland gezonder

Tekst: Thessa Lageman, Pieter van Megchelen, Diana de Veld, Martijn Tamboer

'Met kennis werken aan een goede gezondheid voor iedereen.’ Dat is waar ZonMw voor staat. Onze ambitie is duidelijk groter dan alleen het vermeerderen van kennis. De bedoeling is om met die kennis Nederland daadwerkelijk gezonder te maken. Het is de vraag in hoeverre we in die impactmissie slagen. Natuurlijk is dat lastig na te gaan. De invloed die ZonMw heeft op zorg en gezondheid is indirect. Bescheidenheid is daarom gepast. Het zijn vooral professionals in zorg en welzijn die daaraan bijdragen. Wij zorgen er alleen voor dat er meer kennis komt en betere toepassingen, waarmee zij aan de slag kunnen. Met kennis werken aan gezondheid doen we op veel verschillende manieren. Het voert te ver om die allemaal op te sommen. Daarom kiezen we hier voor vier thema’s die inzichtelijk kunnen maken hoe we dat doen: verpleging en verzorging, preventie, onbegrepen gedrag en COVID.

 

 

Verpleging en verzorging: meer aandacht voor ruggengraat zorg

ZonMw heeft positief bijgedragen aan de professionalisering en emancipatie van verpleegkundigen en verzorgenden. Voor en met deze beroepsgroep hebben we kennis ontwikkeld, capaciteit in onderzoek en onderwijs opgebouwd en toe­­passing van kennis in de praktijk bevorderd.

Foto: Shutterstock
 

Verpleging en verzorging vormt de grootste beroepsgroep binnen de gezondheidszorg in Nederland: alles bij elkaar zo’n 400.000 mensen. Dat de stem van de verpleegkundigen en verzorgenden wordt gehoord, spreekt niet vanzelf. Tot voor kort zat de beroepsgroep onvoldoende aan tafel bij het maken van beleid. Dat begint te veranderen. ‘Niet over ons, zonder ons’, luidt het devies van Bianca Buurman, de huidige voorzitter van de beroepsvereniging Verpleegkundigen en Verzorgenden Nederland (V&VN).

Luisteren naar de beroepsgroep is essentieel, want verpleegkundigen en verzorgenden zitten het dichtst bij patiënten, brengen met hen de meeste tijd door en weten goed hoe het op de werkvloer werkt. Als één beroepsgroep veel invloed op de kwaliteit van de zorg heeft dan is het deze wel. 

Luisteren naar deze beroepsgroep is urgent. Ze vormen de ruggengraat van de zorg, maar een hernia ligt op de loer. De vraag naar zorg neemt toe, terwijl het personeelsaanbod dit niet kan bijbenen. Een grote groep gaat met pensioen en veel jonge verpleegkundigen en verzorgenden­ verlaten het beroep kort na diplomering. Ze vinden de werkdruk te hoog of het vak niet aantrekkelijk genoeg, bijvoorbeeld vanwege een gebrek aan zeggenschap. Oplossingen voor de schaarste zijn hard nodig en ook verbeteringen die bijdragen aan het aantrekkelijk houden van het vak. Als verpleegkundigen en verzorgenden daar onvoldoende zelf bij worden betrokken, zijn deze gedoemd te mislukken. 

Emancipatieslag

De verpleging en verzorging maakte de afgelopen tien jaar een professionaliseringsslag. Op het gebied van het verpleegkundig en verzorgend handelen is steeds meer kennis beschikbaar. Meer kennis zorgt voor meer­autonomie. Doordat verpleegkundigen, verpleegkundig specialisten en verzorgenden beter kunnen onderbouwen waarom ze doen wat ze doen, krijgen en nemen ze meer zeggenschap in het beleid, maar ook in de samenwerking met andere professionals. Naast een professionaliseringsslag wordt dus ook een emancipatie­slag gemaakt.

Loopbaanontwikkeling

ZonMw heeft in de professionalisering en emancipatie een mooie rol vervuld. We zagen al vroeg dat er te weinig kennis over dit vak beschikbaar was. Om daar een boost aan te geven zijn we een keur aan kennisprogramma’s gestart. Het programma Tussen Weten en Doen (start 2001) gaf een impuls om structureel wetenschappelijke kennis te ontwikkelen. Daarnaast heeft ZonMw het bouwen van een kennisinfrastructuur en loopbaanontwikkeling ondersteund. Dit is terug te zien in het groeiende aantal hoogleraren, lectoren en practoren op dit terrein, maar ook in de grote interesse in persoonsgebonden subsidies en de leiderschapstrajecten Leadership Mentoring in Nursing Research. Een deel van de onderzoekers werkt zelf in de zorg en past daar onderzoeksresultaten toe, waardoor de dagelijkse praktijk verandert. Dat is daarmee een mooi voorbeeld van hoe je kennis naar de praktijk vertaalt. Dat geldt ook voor onze samenwerking met de beroepsgroep (via beroepsvereniging V&VN) in de ontwikkeling, het gebruik en implementatie van richtlijnen. Vanaf 2015 worden structureel richtlijnen voor de verpleging en verzorging ontwikkeld, iets wat de medisch specialisten en huisartsen al langer deden.

Netwerkbijeenkomsten

ZonMw draagt niet alleen via het ondersteunen van kennisontwikkeling bij aan het ontwikkelen van het vak. Dat gebeurt ook door de beroepsgroep bij elkaar te brengen tijdens jaarlijkse verpleging- en verzorgingsnetwerkbijeenkomsten. Op het European Nursing Congress in 2022 organiseerde ZonMw meerdere sessies en een paneldebat over de toekomst van het vak. Bij zulke gelegenheden is het mogelijk om partijen te verbinden, te inspireren en aan te sluiten bij lopend onderzoek.

Onbegrepen gedrag te lijf met lerende aanpak

Denise Temmink
programmamanager Verpleging en Verzorging

‘Meer kennis is niet  alleen in het voordeel van ­patiënten. Ook voor verpleegkundigen, verpleegkundig specialisten en verzorgenden is het ­motiverend om volgens de laatste wetenschap te werken. Zo werk je niet alleen aan de kwaliteit en professionaliteit van de zorg, maar ook aan  de aantrekkelijkheid  van het vak.’

Onbegrepen gedrag te lijf met lerende aanpak

Onbegrepen – ook wel verward – gedrag is een veelkoppig monster, waar zowel de ggz als gemeenten, politie en GGD’en mee te maken krijgen. Dit vroeg om een andere dan traditionele aanpak van onderzoek ZonMw koos voor actieprogramma’s waar de praktijk direct aan de slag gaat met kennis en ­oplossingen.

Foto: Yuri Derks

 

Lisanne Hogema
programmamanager Actieprogramma Grip op onbegrip

‘Voor een complex probleem met zoveel spelers die ermee te maken krijgen is geen eenvoudige oplossing. Wat we wel kunnen doen, is met alle betrokken organisaties en hulpverleners een lerende aanpak ontwikkelen en die monitoren en bijsturen.’

Verward gedrag’ is als issue halverwege het vorige decennium op de politieke agenda gekomen. De politie signaleerde toen een forse toename van het aantal incidenten met verwarde personen. Het werd duidelijk dat we in ons land een groeiende groep hebben van mensen die verward gedrag – huidige term ‘onbegrepen gedrag’ – vertonen. Deze mensen kampen met een opeenstapeling van problemen op het gebied van (geestelijke) gezondheid, verslaving en sociale achterstand in combinatie met problemen wat betreft wonen, werken, netwerk/relaties en financieel rondkomen. Diverse organisaties krijgen met dit gedrag te maken en schieten te hulp: politie, geestelijke gezondheidszorg, ambulancevervoerder, huisartsen, sociale hulpverlening, jeugdzorg, verslavingszorg of de woningbouwvereniging. Maar zij hebben ieder een eigen invalshoek en spreken niet altijd dezelfde ‘taal’. Het risico bestaat dat ze elkaar onvoldoende begrijpen en dat mensen met onbegrepen gedrag tussen wal en schip raken. 

Crisiskaarten

ZonMw startte in 2016 een programma dat oplossingen ondersteunt: het Actieprogramma Lokale Initiatieven voor mensen met Verward Gedrag. Op grond hiervan zijn in de periode tussen 2016 en 2020 aan 800 kleinschalige regionale en lokale initiatieven subsidies verstrekt. Via pilots zijn nieuwe werkwijzen en producten ontwikkeld om daarvan te leren. Zoals de ‘crisiskaarten’ die bij een persoon met onbegrepen gedrag duidelijk vermelden wat er moet gebeuren bij een nieuwe crisis. Of de GGZ-Triagewijzer, een schema waarmee hulpverleners snel kunnen inschatten welke hulp in een crisis­situatie nodig is. Andere projecten waren gericht op het vergroten van kennis of het aanpakken van knelpunten, zoals het vervoer van mensen tijdens een crisis. Dit leverde bijvoorbeeld nuttige informatie op voor de nieuwe Wet Ambulancevoorzieningen (2021).

Kennisinfrastructuur voor sterke netwerken

Uit een evaluatie van ons eerste programma kwam de conclusie dat er bij dit taaie, complexe vraagstuk behoefte was aan een samenhangende aanpak Daarbij moesten partijen ­domeinoverstijgend en interdisciplinair met elkaar samenwerken en de ruimte krijgen om met elkaar te leren. ZonMw ontwikkelde vervolgens het op die leest geschoeid actieprogramma Grip op Onbegrip. Dit ondersteunt structurele samenwerking in alle 25 veiligheidsregio’s op het thema onbegrepen gedrag. Dit doet recht aan regionale verschillen in de problematiek (bijvoorbeeld: grote stad/platteland) en hoe hiermee wordt omgegaan. Bij dit programma heeft ZonMw innovatief geprogrammeerd. Subsidieaanvragen hoefden niet in competitie te worden beoordeeld. Dat vroeg om een andere inrichting van de aanvraagprocedure en een ander wijze van monitoren. Grip op onbegrip investeert in kennisinfrastructuur. Dit vergroot de kans dat kennis wordt gebruikt en gedeeld. De regionale infrastructuur bestaat onder meer uit kenniswerkplaatsen die werken aan een integrale aanpak, tot in de wijk. ZonMw streeft daarbij naar een landelijk dekkend netwerk; nu hebben de meeste veiligheidsregio’s zo’n werkplaats. Hier werken professionals uit de praktijk, beleid, onderzoek en opleidingen samen met mensen met onbegrepen gedrag en hun naasten. Daarmee komen in de kenniswerkplaatsen alle vier stakeholders van ZonMw samen.

↓ COVID: onder hoge druk de juiste dingen doen

COVID: onder hoge druk de juiste dingen doen

Uit ons optreden tijdens de pandemie bleek onze meerwaarde als onafhankelijk kennisinstituut. Wij vervulden een belangrijke rol in het snel leveren van kennis die tegelijk van hoge kwaliteit, betrouwbaar en breed bruikbaar was. Dit droeg bij aan het sneller oplossen van deze crisis.

Foto: Robin utrecht ¦ Hollandse Hoogte

 

Bij aanvang van de coronapandemie stonden wetenschappers, zorgverleners en beleidsmakers te springen om nieuwe kennis en inzichten. Bij ZonMw maakten we daarom meerdere medewerkers acuut vrij om een speciaal COVID-team te vormen. De aanvragen voor onderzoeksprojecten stroomden binnen. Die werden met grote snelheid beoordeeld. De eerste acht COVID-onderzoeksprojecten konden al binnen drie weken van start. Nu zijn al meer dan 400 projecten gefinancierd. En nog steeds starten er nieuwe projecten, bijvoorbeeld gericht op post-covidsyndroom, ook wel  Long COVID genoemd.

Net zo belangrijk als kennis vergaren, is zorgen dat kennis landt. Het ministerie van VWS ontving daarom elk kwartaal van ZonMw een overzicht van de voortgang van COVID-gerelateerde projecten. Daarnaast deelden onderzoekers hun studieresultaten rechtstreeks met het Outbreak Management Team (OMT) die dit kon meenemen in de advisering. Een van de allereerste ZonMw-projecten die invloed had op het Nederlandse COVID-beleid, was de genotyperingsstudie van hoogleraar Marion Koopmans (Erasmus MC). Zij zoomde in op genetische veranderingen in het virus en bracht zo in kaart hoe SARS-CoV-2 zich van mens tot mens verspreidde. Haar bevindingen droegen onder meer bij aan het besluit om nertsenfokkerijen te ruimen. 

Mentale problemen 

Een ander voorbeeld van een ZonMw-project met directe maatschappelijke impact was een studie naar zorggebruik tijdens de pandemie. Daaruit bleek onder meer dat een op de vijf mensen met gezondheidsklachten zorg heeft gemeden tijdens de eerste lockdown van de coronapandemie. Huisartsen registreerden tijdens de eerste lockdown ook minder TIA’s en beroertes. Vanwege deze uitkomsten paste de Hartstichting haar beroertecampagne aan. Ook aan de effecten van de pandemie op de maatschappij is aandacht besteed. Uit verschillende door ZonMw gefinancierde dashboards bleek dat het vertrouwen in de overheid gedurende de pandemie afnam.  Ook kwam naar voren dat jongeren een grotere kans hadden op mentale problemen. ZonMw werkte aan oplossingen. Zo hebben onderzoekers met een subsidie van ZonMw een toolkit ontwikkeld waarmee zij kinderen konden helpen een leerachterstand in te halen.

Samenwerking biedt de wetenschap veel voordelen. Niet alleen omdat mensen gezamenlijk meer kunnen bereiken, maar ook omdat onderzoeksresultaten onderling beter te vergelijken en combineren zijn als onderzoekers eenzelfde werkwijze hanteren. ZonMw stak daarom veel energie in het samenbrengen van onderzoekers. Een voorbeeld daarvan is het Harmony Project, gericht op vaccinatie van kwetsbare groepen. Voor elke kwetsbare groep werd een aparte studie naar de veiligheid en effectiviteit van COVID-vaccinatie gepland. ZonMw bracht de acht onderzoeksgroepen vooraf bij elkaar om, samen met RIVM en Gezondheidsraad, de studies te harmoniseren. Elke studie gebruikte dezelfde protocollen en afkapwaarden in het lab, waardoor het gemakkelijker werd om de uitkomsten toe te  passen in vaccinatiebeleid.

Pandemische ­paraatheid

De coronapandemie ligt achter ons, al betekent het postcovid-syndroom voor velen nog een nare nasleep. Wie weet krijgt straks een nieuw virus de wereld in z’n greep. ZonMw wil daarom dat alle COVID-19-onderzoeksprojecten die vanaf 2022 zijn gehonoreerd, ook bijdragen aan zogeheten ‘pandemische paraatheid’. We financieren onderzoek specifiek gericht op nieuwe pandemieën, bijvoorbeeld van het Netherlands Centre for One Health (NCOH). Dit consortium zoomt in op de rol van mens, dier en omgeving bij de uitbraak van micro-organismen zoals virussen en bacteriën, om zo de kans op een nieuwe pandemie te verkleinen. Ook loopt er onderzoek dat de epidemiologische en sociaal-maatschappelijke gevolgen van coronamaatregelen in kaart brengt. Die kennis kan bijdragen aan beter gefundeerde beleidskeuzes bij een  volgende pandemie.

↓ Preventie: lange lijnen lonen

Suzanne Verver
programmamanager Infectieziektebestrijding / COVID

‘Het was een gekkenhuis: waar we ­normaal enkele tientallen onderzoeksvoorstellen ontvangen, waren het er nu opeens tweehonderd. Maar de urgentie was voor iedereen duidelijk. Ik ben er trots op dat we zeer snel in actie zijn gekomen.’

Preventie: lange lijnen lonen

ZonMw werkt al 25 jaar aan preventie in zeven elkaar opvolgende programma’s. Bij ons Preventieprogramma bouwen we steeds voort op eerder verworven kennis en gaan mee met de tijd. In het preventielandschap fungeren we als strategisch beleids­partner die diverse spelers met elkaar verbindt. 

Foto: Shutterstock

Fleur Boulogne
clusterhoofd Preventie

‘Het besef van het belang van preventie is in 25 jaar sterk toegenomen. Preventie brengt zorgkosten omlaag en draagt bij aan een goede gezondheid en daarmee aan een hogere kwaliteit van leven. Dat is uiteindelijk écht de grote meerwaarde.’

Preventie is een breed begrip. Het vroegtijdig opsporen van ziekten valt hieronder. Hetzelfde geldt voor het stimuleren van een gezonde leefstijl, om de kans op het ontstaan van ziekten te verkleinen of het beloop van chronische ziekten te verzachten. En wat te denken van het verbeteren van de leefomgeving. De wijk waar je woont en het werk dat je doet, kunnen van invloed zijn op je gezondheid. Ook verbeteringen op deze terreinen kunnen een preventieve werking hebben.

Preventie krijgt steeds meer aandacht. Tijdens de coronacrisis zagen we dat een ongezondere leefstijl de ernst van COVID-19 beïnvloedt. Dit gaf een impuls. In ­diverse beleidsakkoorden, zoals het Integraal Zorg Akkoord en het Gezond en Actief Leven Akkoord vind je het nu terug als een hoofdthema. Van preventie wordt veel verwacht als remedie tegen de toenemende schaarste aan middelen en menskracht in de zorg. Helaas is het in veel gevallen lastig om direct resultaten te boeken. Dit komt omdat preventie vaak vraagt om veranderingen in gedrag, leefomstandigheden of maatschappelijke normen. Dat vergt geduld, ook bij onderzoekers en beleidsmakers. 

Het Rookvrije Schoolplein

Preventie is ons lang stlopende programmathema. Steeds weer bouwden we voort op eerdere initiatieven. Het langlopende karakter is belangrijk, omdat het jaren onderzoek en praktijkkennis kost voordat nieuwe kennis landt in wet- en regelgeving of in de (beleids)praktijk. Rode draad in onze preventieprogramma’s was en is kennisontwikkeling, kennisoverdracht en samenwerking tussen beleidsmakers en praktijk om ontwikkelde kennis toe te passen. Dit heeft tot mooie resultaten geleid, zoals het Rookvrije Schoolplein, de landelijke darmkankerscreening, leefstijlinterventies en de consortia Zwangerschap en geboorte. Bij die voorbeelden zijn wij een onmisbare schakel geweest.

Darmkankerscreening laat mooi zien dat lange lijnen lonen. Aan dat bevolkingsonderzoek ging jaren van onderzoek en debat vooraf: politiek, professioneel en wetenschappelijk. Daar hebben wij in belangrijke mate aan bijgedragen. Met een mooi resultaat: de darmkankerscreening voorkomt op termijn 2.400 sterfgevallen én veel leed bij patiënten.

Ook bij het onderzoek naar Gecombineerde Leefstijl Interventies (GLI’s) is onze lange adem lonend gebleken. We zijn betrokken geweest bij GLI’s die worden vergoed door de basisverzekering, zoals de Beweegkuur en SLIMMER. Hier is jarenlang werken aan onderzoek en doorontwikkeling voorafgegaan. Om te worden vergoed moesten deze interventies voldoen aan de stand van de wetenschap en de praktijk. Om Nederland gezonder te maken moeten we meer doen dan sleutelen aan (de leefstijl van) het individu. Wat dat betreft is de visie op hoe je via preventie gezondheid bevordert in 25 jaar veranderd. De individuele benadering is verschoven naar een benadering waarbij we meer kijken naar het totale systeem. Zo zijn factoren als de leefomgeving, werk en de gezinssituatie ook van grote invloed op hoe gezond je bent. In preventieprogramma’s is meer focus op gezondheidsverschillen gekomen. Kun je mensen met meer groen in hun wijk stimuleren om te gaan bewegen? Kun je ze meer met elkaar in contact brengen? Vooral voor kwetsbare groepen is het moeilijk om gezond te leven. Daar zie je vaak een opeenstapeling van problemen: schulden, slechte voeding (want vaak goedkoper) en ongezond gedrag door stress. Wie succes wil boeken, moet ook kijken naar of mensen voldoende kunnen meedoen: hebben ze werk, voelen ze zich verbonden met mensen in hun buurt?

Onafhankelijke rol

Onze aanpak van preventie kenmerkt zich door het verbinden van diverse spelers. Zo werken in de door ZonMw gefinancierde Academische Werkplaatsen Publieke Gezondheid universiteiten, gemeenten en GGD’en samen. Een vergelijkbaar voorbeeld zijn de zeven regionale consortia Zwangerschap en Geboorte. Daar werkt een waaier van partijen uit onderzoek, geboortezorg, jeugdzorg en onderwijs samen aan een goede geboorte en een gezonde start van kinderen. Vanwege hun meerwaarde wil het ministerie van VWS deze consortia een structureel karakter geven.

Bij zulke vormen van samenwerking tussen diverse disciplines en sectoren, heeft ZonMw een onmisbare onafhankelijke rol. Wij brengen partijen bij elkaar en stimuleren de onderlinge samenwerking, zodat de aanpak effectiever wordt en meer samenhang krijgt. Samenwerking is bij dit thema van de lange adem dé voorwaarde voor succes.  ←

Arrow-prev Arrow-next